©Gemeente Den Haag

Definitief Klimaatakkoord | Bijtelling nieuwe elektrische auto's per 1 januari 2020 omhoog naar 8 procent, aanschafsubsidie particulieren

Nieuws|Laatste update:

Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat heeft namens het kabinet het definitieve Klimaatakkoord gepresenteerd. Voor elektrisch vervoer bevat het akkoord een groot aantal stimuleringsmaatregelen. Wel zijn er wezenlijke verschillen ten opzichte van de maatregelen van het ontwerp-Klimaatakkoord dat afgelopen december gepresenteerd werd.

Elektrisch rijden ingeburgerd
‘Elektrisch rijden raakt steeds verder ingeburgerd’, opent het Klimaatakkoord de paragraaf over de fiscale stimulering van elektrisch rijden. ‘Mede daarom is op termijn een andere vormgeving van de autobelastingen noodzakelijk. Dit voorkomt dat een steeds kleinere groep de inkomsten opbrengt. Ook onder een nieuw stelsel moet iedereen die gebruik maakt van infrastructuur in redelijkheid bijdragen aan de kosten. Betalen naar gebruik levert volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) potentieel een bijdrage aan minder files en uitstoot.’

Auto’s uit de zakelijke markt zijn volgens het kabinet een belangrijke stroom voor de Nederlandse tweedehandsmarkt. Door de stimulering van de zakelijke markt meer te richten op auto’s die daarna aantrekkelijk zijn voor de Nederlandse markt, wil het kabinet meer van deze auto’s langer in Nederland behouden. Om de ontwikkeling van een tweedehandsmarkt voor de elektrische auto voor particulieren op gang te brengen, zal het kabinet een regeling uitwerken voor het vergoeden van laadtegoed, aanschafsubsidie of een batterijgarantie. Hiermee komt een tweedehands elektrische auto sneller in beeld voor particulieren.

Bijtelling volledig elektrische auto jaarlijks omhoog
Het kabinet stelt de volgende fiscale en financiële ondersteuning voor emissieloze auto’s (red. volledig elektrische auto’s) vast.

Stimuleringsinstrument

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026 en verder**

BPM (aanschafbelasting)

0

0

0

0

0

360

360

Motorrijtuigenbelasting (MRB)

0 procent

0 procent

0 procent

0 procent

0 procent

25 procent

100 procent

Bijtellingpercentage

8 procent

12 procent

16 procent

16 procent

16 procent

17 procent

22 procent

Bijtellingcap (in euro’s)*

45.000

40.000

40.000

40.000

40.000

40.000

n.v.t.

* Het verlaagde bijtellingspercentage geldt voor volledig elektrische auto’s tot dit deel van de catalogusprijs, daarboven geldt het algemene bijtellingspercentage van 22 procent.

**Stimulering met de ‘Hand aan de kraan’
Afgesproken is dat rond 2024 een integrale evaluatie wordt uitgevoerd en er ook tussentijdse evaluaties zijn. Met behulp van de evaluatie kan aan de hand van de laatste ontwikkelingen binnen de automarkt worden bepaald welk beleid en welke maatregelen na 2025 nodig en wenselijk zijn om het streven van het kabinet naar 100 procent nul-emissie nieuwverkopen te realiseren. Daarnaast vindt een jaarlijkse ijking van het stimuleringsinstrumentarium plaats om de ‘hand aan de kraan’ te houden en overstimulering te voorkomen. De omvang van de aanpassing is afhankelijk van de omvang van de afwijking, wat inhoudt dat bij een grote overschrijding een grote en bij een kleine overschrijding een kleine bijstelling in de tarieven volgt. Deze bijstelling geldt zowel naar boven als naar beneden.

Autobrief II aangepast
Op basis van de Autobrief II zou de stimulering van elektrische auto’s in 2021 worden beëindigd. Met het huidige klimaatakkoord wordt Autobrief II met betrekking tot 2020 aangepast, en stelt het kabinet de stimulering met stapsgewijze aanpassingen door te zetten tot en met 2025. Ondertussen werkt het kabinet aan de uitwerking en voorbereiding van een ander systeem van autobelastingen, hierbij zal ook de Regeerakkoord ambitie om te streven dat uiterlijk in 2030 alle nieuwe auto’s emissieloos zijn, worden meegenomen.

BPM en MRB
Emissieloze auto’s (red. voor volledig-elektrische auto’s) blijven vrijgesteld van het betalen van de aanschafbelasting BPM tot en met 2024. In 2025 betalen zij een vaste voet van 360 euro per auto. Ook blijven ze tot 2025 vrijgesteld van het betalen van (het rijksdeel van) de motorrijtuigenbelasting (MRB). In 2025 betalen emissieloze auto’s een percentage van (het rijksdeel van) de MRB van 25 procent. Plug-in hybride elektrische auto’s (PHEV) betalen MRB met een correctiefactor vanwege het zwaardere gewicht ten opzichte van brandstofauto’s.

Jaarlijkse monitoring bijtelling
Voor zakelijke emissieloze auto’s wordt verder over een maximum van 50.000 euro van de catalogusprijs  een verlaagde bijtelling gehanteerd. Dat maximum zakt in 2020 naar 45.000 euro en zal vervolgens verder zakken tot 40.000 euro in 2021. De verlaagde bijtelling begint bij 8 procent in 2020) en stijgt naar 12 procent in 2021 en naar 16 procent in 2022. Jaarlijks wordt gemonitord en zonodig aangepast.

Aanschafsubsidie voor particulieren
Voor particuliere emissieloze auto’s komt er een aflopende aanschafsubsidie die in 2021 begint bij een nog nader door het kabinet te bepalen vast bedrag per auto (2021). Vervolgens zal deze jaarlijks afgebouwd worden omdat het kabinet verwacht dat er steeds meer betaalbare elektrische automodellen op de markt komen. De exacte uitwerking van de regeling vindt plaats in overleg met de sector. Uitgangspunt van de regeling is dat deze wordt opgezet als een doelsubsidie met een gemaximeerd subsidiebedrag en een subsidieplafond op basis van nieuwverkooppercentages. Met deze subsidie moet een deel van het verschil in aanschafprijs ten opzichte van brandstofauto’s worden gedekt waardoor de elektrische auto zich eerder terugverdient voor de consument. Onderzocht wordt of deze aanschafsubsidieregeling ook beschikbaar gemaakt kan worden voor bepaalde vormen van privélease en particuliere deelauto-concepten.

Tevens wordt onderzocht of het mogelijk en zinvol is om de consument te laten kiezen tussen laadtegoed, aankoopsubsidie of subsidie voor een laadpaal. De subsidie wordt voorwaardelijk vorm gegeven om de auto zolang mogelijk in het Nederlandse wagenpark beschikbaar te houden (red. de politieke wens is 8 jaar). Dit betekent dat als hier niet aan wordt voldaan de subsidie (naar rato) dient te worden terugbetaald.

‹ Naar overzicht