©Shell

Ecomobiel 2018: waterstof-elektrische auto's gaan hun plek veroveren

Nieuws|Laatste update:

‘De toekomst in de automotive is elektrisch en waterstof elektrische mobiliteit zal een deel van die markt veroveren.’ Dit stelde Robert Dencher, voorzitter van het H2Platform tijdens het seminar Waterstof in Mobiliteit op de vakbeurs Ecomobiel.

Flinke range
De vakbeurs Ecomobiel staat in het teken van praktische oplossingen om economischer en duurzamer om te gaan met mobiliteitsvraagstukken. Die worden onder andere besproken tijdens diverse seminars op de beursvloer. Op woensdag 10 oktober stond de ochtendbijeenkomst in het teken van waterstof in mobiliteit. Ondank de vele onduidelijkheden over de toekomst is één ding duidelijk: de ontwikkeling van waterstof elektrisch vervoer zal de komende jaren een vlucht nemen.

Dencher is voorzitter van het H2Platform. Het doel van dit samenwerkingsverband is kennis uitwisselen en oplossingen vinden voor vraagstukken die samengaan met de vele mogelijke toepassingen met de energiedrager waterstof. Het is tevens gesprekspartner voor de overheid op het gebied van stimulering en introductie van de toepassing van waterstof voor mobiliteit, grondstoffen en energie. Dencher schetste een genuanceerd beeld van de toekomst van waterstof, ook die in de mobiliteit. ‘De toekomst in de automotive is elektrisch. Waterstof elektrische mobiliteit zal een deel van die markt veroveren, bijvoorbeeld in het vrachtvervoer en openbaar vervoer, maar ook bij automobilisten die behoefte hebben aan een flinke range.’

Batterijen of waterstof
Ook Dirk Schaap, coördinator Waterstof bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, ziet een belangrijke toekomst voor waterstof elektrisch vervoer. ‘De overheid zet, onder andere in het kader van het klimaatakkoord, in op massaal gebruik van elektrische auto’s. Wij maken daarbij geen onderscheid tussen batterijen en waterstof, beiden zijn duurzame oplossingen. Dat auto’s op batterijen verder in hun ontwikkeling zijn is evident. Maar het is niet onrealistisch om te stellen dat er tegen 2030 ook zo’n 4 miljoen waterstofauto’s op de Europese wegen zullen rijden. Nederland kan wat dat betreft in van de leidende landen zijn. Zo zullen er binnen enkele jaren denk ik zo’n 14 waterstoftankstations in dit land zijn, relatief meer dan in het huidige gidsland Duitsland. En kijk ook eens naar de plannen voor groenewaterstofproductie uit duurzaam opgewekte elektriciteit op land en misschien zelfs op zee. Daardoor wordt waterstof een groen product en in de toekomst in volume geproduceerd.’

Gesneden brood
Thijs ten Brinck, Duurzaamheidsspecialist van WattisDuurzaam, was uitgenodigd om als criticaster zijn bijdrage aan het seminar te geven. Dat deed hij dan ook. ‘Duurzame waterstof deelt bijna alle voordelen van benzine, diesel en aardgas, zonder de CO2-uitstoot. Dat maakt waterstof dé brandstof van de toekomst. Het enthousiasme over waterstof dreigt echter door te slaan, op oneigenlijke gronden. 3 misverstanden help ik graag de wereld uit. Niemand maakt waterstof met overschotten wind- en zonnestroom. Tanken is niet de beste uitvinding sinds gesneden brood. En miljoenen laadpalen vormen geen bedreiging voor het elektriciteitsnet.’

Tankstations
Het seminar Waterstof in Mobiliteit werd afgesloten door Mike Belifante, Manager Public Relations, Hyundai Motor Netherlands. Zijn boodschap was helder. De waterstofauto is er al en hij is ‘here to stay.’ ‘Na een decennium vol uitgebreide test verraste Hyundai de wereld in 2013 met de eerste commercieel leverbare waterstofauto, de Hyundai ix35. Nu staat de tweede generatie klaar, de Hyundai NEXO. Hij heeft een 600 kilometer actieradius en je tankt hem in 5 minuten vol. Hij is klaar voor autonoom rijden niveau 4, heeft alleen waterdamp als emissie en de bijtelling is slechts 4 procent. Kort na de introductie zijn er al 85 besteld in Nederland. Dit geeft aan dat de markt er klaar voor is. Volgend jaar zullen er honderden voor Nederland worden gemaakt, daarna gaan we naar massaproductie. Uiteraard hopen we dan wel dat die tankstations er dan zijn. Dat moet de markt echt oppakken, en de overheid moet daarin ondersteunen.’

‹ Naar overzicht