
Nieuw kabinet moet beslissen over hervorming autobelastingen, 3 opties geïdentificeerd
Het demissionaire kabinet heeft 3 opties gepresenteerd voor hervorming van de autobelastingen. Het nieuwe kabinet kan zo na de verkiezingen een besluit nemen over de nieuwe belastingmethodiek. De populariteit van elektrische auto’s zorgt voor dalende overheidsinkomsten en daarom draagt demissionair staatssecretaris van Financiën Tjebbe van Oostenbruggen nieuwe oplossingen aan voor een toekomstbestendig belastingstelsel.
Dalende inkomsten
De autobelastingen leveren nu jaarlijks circa 17,5 miljard euro op, maar door de verschuiving naar elektrisch rijden dreigt deze opbrengst fors te dalen. Een elektrische auto betaalt namelijk geen brandstofaccijnzen en minder belasting bij aanschaf. De staatssecretaris van Financiën schat dat de grondslagerosie bij personenauto’s kan oplopen tot 3,9 miljard euro in 2040.
Momenteel betalen bestuurders van benzineauto’s ongeveer 17 procent van hun autobelastingen bij aanschaf, 33 procent via bezit en 50 procent via gebruik, te weten de brandstofaccijnzen. Bij elektrische auto’s verschuift dit naar slechts 4 procent bij aanschaf, 77 procent via bezit en 19 procent via gebruik, wat de staatskas onder druk zet.
3 denkrichtingen
Het kabinet presenteert 3 denkrichtingen voor de hervorming. De eerste betreft de motorrijtuigenbelasting waarbij wordt voorgesteld om de grondslag te wijzigen van gewicht naar voertuigoppervlakte, te weten de spoorbreedte vermenigvuldigd met wielbasis. Dit zou het probleem oplossen dat elektrische auto’s door hun accupakket zwaarder zijn en daardoor meer belasting betalen.
De tweede denkrichting betreft het omvormen van de huidige aanschafbelasting (bpm) naar een tenaamstellingsbelasting. In plaats van alleen belasting bij de eerste registratie, zou dan bij elke eigendomsoverdracht belasting geheven worden. Dit verdeelt de kosten over de levensduur van de auto en vermindert uitvoeringsproblemen bij import van gebruikte auto’s.
De derde richting betreft het belasten van gebruik. Omdat elektrische auto’s geen brandstofaccijnzen betalen, denkt het kabinet aan een vorm van kilometerheffing. Dit zou zorgen voor een gelijkere verdeling van lasten tussen fossiele en elektrische rijders en kan ook helpen bij het beperken van de toenemende filedruk.
Fasering hervorming
De staatssecretaris stelt een gefaseerde aanpak voor. Tot 2030 blijft de focus op het stimuleren van elektrisch rijden voor het behalen van klimaatdoelen. Tussen 2030 en 2035 verschuift de aandacht naar een eerlijkere verdeling van lasten, aangezien de markt voor elektrische auto’s dan volwassener is.
Na 2035, wanneer alle nieuwe auto’s verplicht emissievrij moeten zijn, gaat de laatste fase in. Daarbij blijft het uitgangspunt dat de overstap naar elektrisch rijden financieel aantrekkelijk moet blijven. Het kabinet denkt aan een richtlijn waarbij de totale autokosten van elektrische auto’s de komende 10 jaar minimaal 5 procent lager moeten blijven dan die van fossiele auto’s.
Concrete besluitvorming
Vanwege de demissionaire status neemt het kabinet nog geen concrete besluiten. ‘Het is aan de Kamer of aan een volgend kabinet om te besluiten,’ schrijft de staatssecretaris. Wel worden alvast alle noodzakelijke stappen gezet om de te maken keuzes voor te bereiden, zodat een volgend kabinet direct aan de slag kan.
De komende maanden worden de 3 denkrichtingen verder uitgewerkt, evenals het principe dat een overstap op emissievrij rijden moet blijven lonen. Ook wordt bij de augustusbesluitvorming de precieze vormgeving van de eerder aangekondigde pseudo-eindheffing vastgesteld. Deze maatregel, gericht op de zakelijke markt, moet vanaf 2027 zorgen dat werkgevers die een fossiele auto voor privégebruik ter beschikking stellen aan werknemers, een extra belastingheffing betalen.
Het kabinet benadrukt dat het belangrijk is om toe te werken naar een stabiel, eerlijk en rechtvaardig stelsel waarmee autorijden betaalbaar blijft, de overheidsfinanciën gezond blijven, de klimaat- en energiedoelen worden gehaald en Nederland bereikbaar blijft.
De contourenbrief van het kabinet vind je hier.