©TenneT

Slim laden elektrische auto zorgt voor 2,5 keer zoveel ruimte op stroomnet

Nieuws|Laatste update:

Door efficiënter  gebruik van het elektriciteitsnet ontstaat er ruimte voor 2,5 keer meer laadpalen binnen het bestaande elektriciteitsnet. Dat blijkt uit de pilot slim laden Flexpower3 in Amsterdam.

Duizenden laadpalen
In de pilot is onderzocht hoe energie in het elektriciteitsnet op een efficiënte manier verdeeld kan worden over elektrische auto’s die opladen. De resultaten van de eerste fase van het project zijn positief omdat er veel minder capaciteit nodig blijkt om op een goede manier auto’s op te laden. De ambitie is om de komende jaren duizenden laadpalen erbij te plaatsen om zo het groeiend aantal elektrische auto’s te kunnen opladen.

Steeds meer Amsterdammers rijden elektrisch. Door die grote groei van elektrische voertuigen groeit ook de vraag naar elektriciteit om op te kunnen laden. Als deze vraag niet gespreid maar in pieken plaatsvindt, kan dit bijdragen aan overbelasting van het elektriciteitsnet. Netbeheerders werken hard aan de uitbreiding van het energienet, maar niet alles kan tegelijk. Door auto’s slim op te laden, kan tijdens het laden van de auto de vraag naar stroom zo goed mogelijk worden afgestemd op de ruimte die beschikbaar is in het lokale elektriciteitsnet.

Nieuw concept slim laden
In deze proef wordt een nieuw concept van slim laden getest. De laadsnelheid is hierbij afhankelijk van de daadwerkelijk beschikbare ruimte op het net en de hoeveelheid op te laden auto’s die aan dat lokale net zijn gekoppeld. Dat betekent dat er geen laadcapaciteit onbenut blijft als een laadpaal niet bezet is. De gereserveerde laadcapaciteit binnen een groep laadpalen wordt verdeeld over de aanwezige auto’s. Hierdoor is er minder capaciteit nodig. Zo ontstaat er meer ruimte om laadpalen te plaatsen en auto’s te laden.

Deze manier van laden ontlast het elektriciteitsnet op piekmomenten. Zo wordt overbelasting van het elektriciteitsnet voorkomen.

3 procent
In fase 1 werd onderzocht wat de minimale capaciteit is die een cluster van laadpalen nodig heeft om auto’s zonder verlies van comfort te kunnen opladen. Deze clustercapaciteit blijkt 80 procent lager te kunnen dan in de uitgangspositie het geval was. Ongeveer 3 procent van de auto’s ontving vanwege het clusteren een lagere laadsnelheid, maar er was geen beduidend verschil in de geladen hoeveelheid energie aan het einde van de parkeertijd.

Bij het bepalen van het aantal laadpalen dat in een buurt past, wordt al rekening gehouden dat nooit alle laadpalen tegelijk bezet zijn, maar de extra ruimte die door het koppelen ontstaat, is aanzienlijk. Wanneer de laadpalen hun vermogen met elkaar kunnen delen, ontstaat namelijk ruimte voor 2,5 keer meer laadpalen binnen het bestaande elektriciteitsnet.

Fase 2
Om het koppelen goed te laten werken, is ook een slim roulatiesysteem ontwikkeld. De energiestroom wordt verdeeld over ladende auto’s waar het vermogen soms lager en soms hoger is. Dit is afhankelijk van wat het vermogen is op het elektriciteitsnet. In fase 2 gaat de clustering van laadpalen verder geperfectioneerd worden. De verwachting is dat in deze fase nóg meer ruimte gemaakt kan worden om laadpalen toe te voegen. Het project is te volgen op www.flexpower020.nl.

Flexpower 3 is een project van ElaadNL, Alliander, gemeente Amsterdam, Hogeschool van Amsterdam, Vattenfall en Heijmans.

‹ Naar overzicht