Kennisloket gemeenten

Het Nationaal Kennisplatform Laadinfrastructuur (NKL) zag enkele jaren geleden het levenslicht als centraal aanspreekpunt voor publieke laadinfrastructuur. Het NKL is opgericht om bij te dragen aan het realiseren van kostenreducties en zo de businesscase voor publieke laadinfrastructuur rendabel te maken. Voor gemeenten is het speciale Kennisloket in het leven geroepen.

Het NKL ontwikkelt en voert innovatieprogramma’s uit. Dit doet zij samen met netbeheerders, laadexploitanten, producenten van laadpalen, kennisinstellingen en decentrale overheden. Zo coördineert het NKL bijvoorbeeld een drie jaar durend onderzoeksprogramma gericht op de pre-competitieve aspecten van publieke laadinfrastructuur. Het ministerie van Economische Zaken draagt bij aan de financiering van de innovatieprogramma’s in het kader van de Green Deal Openbaar Toegankelijke Elektrische Laadinfrastructuur. Het NKL zorgt dat relevante onderzoeksopdrachten worden geselecteerd en geformuleerd. Vervolgens wordt het benodigde onderzoek onder haar auspiciën uitgevoerd.

Kennisloket
Het NKL wil een vertrouwde plek zijn waar professionals terecht kunnen met hun vragen over publieke laadinfrastructuur. De kennis en informatie wordt ontsloten via de NKL-webportal met een speciale sectie voor gemeenten.

Het Kennisloket is speciaal voor gemeenten gecreëerd om zo veel mogelijk kennis over publieke laadinfrastructuur delen. Men vindt er algemene informatie en meer specifieke kennis over hoe men in de gemeente laadpalen in de openbare ruimte kan realiseren.

Gemeentelijke rollen
Een belangrijk voorbeeld van de beschikbaar gemaakte kennis is het document ‘NKL Kennisloket gemeentelijke rollen’. Dit geeft uitleg over gemeentelijke ambitieniveaus en de overwegingen die daarbij horen.

Hoe een gemeente laadpalen in haar openbare ruimte kan realiseren, hangt sterk af van de financiën van een gemeente en haar ambities om invloed uit te oefenen op de exploitatie en de laaddienstprijs. In Nederland is de afgelopen jaren een aantal manieren (modellen) ontstaan waarmee realisatie geregeld kan worden. Als gemeente is het mogelijk te:

  • Stimuleren: door een aanbesteding, concessie of vergunningverlening + subsidieregeling.
  • Faciliteren: door vergunningverlening op basis van vastgestelde Beleidsregels.
  • Reageren: door aanvragen per stuk te toetsen.

Als een gemeente geen aanbesteding of concessie heeft gedaan en geen beleidsregels heeft vastgesteld voor publieke laadinfrastructuur, is de minimale gemeentelijke rol reactief.