Akkoord Europese Unie: iedere 60 kilometer een snellaadpunt voor elektrische auto’s

Elektrische rijders kunnen binnen Europa eind 2025 langs de hoofdwegen iedere 60 kilometer terecht bij een snellaadpunt. Dat is het resultaat van onderhandelingen tussen het Europees Parlement en de Europese Raad. Met het akkoord over de Alternative Fuels Infrastructure Regulation (AFIR) zullen er de komende jaren in heel Europa meer laad- en tankpunten voor alternatieve brandstoffen komen.

Batterij-elektrisch
Voor batterij-elektrische personenauto’s en bestelwagens moet er in Europa eind 2025 op de hoofdwegen om de 60 kilometer een snellaadpunt van minimaal 150 kilowatt zijn. Tegen eind 2030 moet dat ook voor zware bedrijfsvoertuigen voor vrachtwagens het geval zijn. De vereiste snellaadpunten moeten een vermogen van 350 kilowatt hebben.

Verder moet het aantal laadstations jaarlijks meegroeien met het aantal ingeschreven voertuigen. Concreet is afgesproken dat voor elke geregistreerde elektrische auto een laadvermogen van 1,3 kilowatt moet zijn in openbaar toegankelijke laadinfrastructuur. Eind 2030 moet er daarbij op ieder veilig en beveiligd parkeerterrein minimaal 1 laadstation zijn.

Waterstof-elektrisch
Voor waterstof-elektrische voertuigen moet er eind 2030 op de hoofdwegen om de 200 kilometer een waterstoftankstation zijn. Exploitanten van elektrische laadpunten en waterstoftankpunten moeten bij dit alles zorgen voor volledige prijstransparantie en een ‘ad-hoc’-betalingsmethode aanbieden voor bijvoorbeeld pinpassen of creditcards.

Eurocommissaris Frans Timmermans die ook verantwoordelijk is voor de Europese Green Deal, is opgetogen. ‘De transitie naar emissievrije mobiliteit moet worden ondersteund door de juiste infrastructuur, die beschikbaar is wanneer en waar je die nodig hebt. We willen dat alle chauffeurs – al dan niet elektrisch – in Europa erop kunnen rekenen dat ze op het hele continent in vertrouwen kunnen reizen. Met deze overeenkomst zorgen we ervoor dat er in heel Europa voldoende gebruiksvriendelijke opties beschikbaar zijn, zowel voor auto’s als voor zware bedrijfsvoertuigen.’