Het nieuws in 1 minuut | maandag 27 april – zondag 17 mei 2020
Elektrische deelscooters felyx komen naar Groningen
felyx start vanaf juni 2020 met 100 elektrische deelscooters in Groningen. De e-scooter is een duurzaam alternatief voor korte autoritten en een aanvulling op het openbaar vervoer. Groningen wordt de vijfde stad waar felyx actief is. De donkergroene elektrische scooters van de scale-up behoren al tot het straatbeeld in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en in Brussel. Vanaf juni 2020 zal ook Groningen groen gekleurd worden. De start van felyx is gecoördineerd met de gemeente Groningen. Met de e-scooter als alternatief voor korte autoritten draagt felyx bij aan het doel om de binnenstad groener te maken en de CO2-uitstoot terug te dringen. De e-scooters van felyx hebben samen, verdeeld over 8 miljoen ritten, inmiddels een paar honderd rondjes om de aarde gereden. Dit staat gelijk aan een besparing van ongeveer 1.000 ton CO2.
Elektrische deelscooters GO Sharing nu ook in Groningen
Het elektrischedeelscootersysteem GO Sharing komt naar de stad Groningen. In de komende weken zal GO Sharing er dagelijks tientallen e-scooters uitzetten. GO Sharing maakt rijden met een elektrische scooter voor iedereen mogelijk. Toeristen, studenten, dagjesmensen en ondernemers. Er zijn geen abonnements-, registratie- of opstapkosten, bij GO Sharing betaalt men alleen bij gebruik van de e-scooter. Iedereen met een geldig rijbewijs voor een scooter of auto kan gebruikmaken van de scooters. Via de GO Sharing -app, te vinden in de App Store en de Play Store, is een e-scooter te lokaliseren en te boeken. Met 250 e-scooters is er volgens het bedrijf altijd een in de buurt beschikbaar.
Onlinepubliekspremière eerste volledig elektrische Lexus
De live onlinepubliekspremière van de allereerste volledig elektrische Lexus heeft half mei plaatsgevonden: de UX 300e Electric. De nieuwe Lexus UX300e Electric kan via een snellader op een van de honderden snellaadpunten in Nederland worden geladen. Thuis laden kan ook, want Lexus ontzorgt de klant via de Lexus Oplaadservice met een optionele wallbox of laadpaal aan huis of op eigen terrein.
Eerste elektrische bussen rijden op Amsterdamse lijn 22
Het GVB wil de komende jaren alle 203 dieselbussen vervangen door elektrische. De eerste paar rijden sinds een week op de Amsterdamse lijn 22. Stap voor stap worden dit jaar de eerste 31 bussen in de dienstregeling geschoven. In 5 jaar tijd wil het vervoersbedrijf de hele vloot vervangen hebben voor de schone variant. De 203 vervuilende stadsbussen van het vervoerbedrijf verstoken ieder jaar 7 miljoen liter diesel. De planning is onveranderd. Wel heeft het GVB door de coronacrisis de fase van het testen met reizigers, die in maart was gepland, noodgedwongen moeten overslaan. Elektrisch rijden zorgt voor minder uitstoot, en heeft als bijkomend voor deel dat het veel stiller is, zowel voor omwonenden van busroutes als voor passagiers. ‘s Nachts worden de accu’s van de bussen volledig geladen in de garage West, tegenover het OLVG. Dan kunnen ze een paar uur rijden. Daarna gaan ze af en toe even aan de lader op station Sloterdijk. Na ongeveer 7 tot 10 minuten is de accu weer vol genoeg voor een rit. Na lijn 22 zijn de lijnen 15, 61, en 222 aan de beurt. Volgend jaar komen er opnieuw 31 nieuwe schone bussen bij. De jaren daarna moeten dat er nog meer worden.
Leipzig maakt overstap naar elektrisch busvervoer met 21 Citea’s Electric
VDL Bus & Coach gaat 21 Citea’s SLF-120 Electric met bijbehorende laadinfrastructuur leveren aan de Leipziger Verkehrsbetriebe (LVB). De voertuigen worden vanaf eind 2020 geleverd en gaan rijden op lijn 74, 76 en 89. Later wordt ook lijn 60 voorzien van elektrische bussen. LVB zet zich in voor de ontwikkeling van de eerste 3 volledig elektrische buslijnen in overeenstemming met de milieudoelstellingen van de stad. De 21 VDL Citea’s SLF-120 Electric zijn 12 meter lang en worden voorzien van een 216-kilowattuur-batterijpakket. De voertuigen zijn uitgevoerd met een 3-deursconfiguratie. Hierdoor verkrijgt deze e-bus een optimale passagiersflow en is daardoor geschikt voor het drukkere stads- en streekvervoer. De voertuigen worden middels de pantograaf op het dak overdag snel bijgeladen. ’s Nachts worden de bussen op het laaddepot bijgeladen. Door het lichtgewichtconcept van de Citea Electric zijn de operationele kosten laag en blijft een maximale ‘Profit of Ownership’ gewaarborgd. Tevens is er geen uitstoot van uitlaatgassen en rijdt de e-bus stil, wat de leefbaarheid van de omgeving ten goede komt.
Universiteit Leiden plaatst 26 laadpalen voor elektrisch wagenpark
Universiteit Leiden heeft sinds de opkomst van de eerste elektrische auto’s al in een vroeg stadium geïnvesteerd in laadpalen. Inmiddels beschikt de universiteit over 26 laadpunten verspreid over de stad. Ieder bedrijf krijgt er vroeg of laat mee te maken: laadpalen. Sinds 10 maart 2020 is er een verplichting voor het aanleggen van laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen in de private gebouwde omgeving en woongebouwen. Dit betekent dat alle bedrijven en VvE’s verplicht zijn 1 laadpaal te installeren per 10 parkeerplaatsen. Sinds enkele jaren voert de Universiteit Leiden deze werkzaamheden uit in samenwerking met Clean Power Solutions en E-Flux. Hierbij wordt Heijmans ingeschakeld als partner voor de infradiensten. Inmiddels beschikt de Universiteit Leiden over 26 laadpunten verspreid over de stad. ‘Wij zijn een grote organisatie met meer dan 6.800 medewerkers en nog eens 29.000 studenten, verspreid over meer dan 60 locaties in Leiden en Den Haag. Al deze vervoersbewegingen dragen natuurlijk bij aan de klimaatproblematiek. De Universiteit Leiden erkent haar impact op het klimaat en houdt zich al enkele jaren actief bezig met het reduceren van de CO2-impact. Dit doet zij onder meer door het stimuleren van het gebruik van openbaar vervoer maar ook met het omschakelen naar elektrisch vervoer. Zo beschikt de Universiteit Leiden sinds 2019 over een eigen elektrisch wagenpark voor zakelijk vervoer. Laadpalen spelen hierin een essentiële rol en maken deel uit van een grootschalig vergroeningsbeleid van de Universiteit Leiden.’