Proeftuin Slimme Laadpleinen: slim laadplein in 19 gemeenten wérkt
In de afgelopen 2 jaar zijn met het project ‘Proeftuin Slimme Laadpleinen’ 46 slimme laadpleinen gerealiseerd in 19 gemeenten. De eerste resultaten uit het onderzoek laten zien dat de laadpleinen goed werken.
In korte tijd
In onder andere Utrecht, Rotterdam, Amsterdam en Maastricht zijn er daarmee bijna 500 slimme laadpunten voor elektrische auto’s bij gekomen. Slimme laadpleinen bieden kansen om tegen lage kosten in korte tijd veel laadpunten te realiseren en kunnen zo bijdragen aan voldoende laadplekken voor de snelgroeiende vloot elektrische auto’s in Nederland. Bovendien heeft slim laden grote potentie om het elektriciteitsnet te ontlasten.
Met slim laden worden slimme technieken bedoeld die de laadtransactie op afstand kunnen aansturen. Minimaal betekent dit dat het opladen van elektrische auto’s op het meest optimale moment gebeurt, wanneer de kosten laag zijn en het aanbod van (duurzame) energie hoog. Op een slim laadplein worden veel laadpunten tegelijkertijd zo aangestuurd door ICT dat deze inspelen op de beschikbaarheid van het lokale stroomnet.
Laadinfra en technieken
In de Proeftuin Slimme Laadpleinen wordt zowel met de opschaling van de laadinfra als de slimme laadtechnieken geëxperimenteerd. Op de slimme laadpleinen wordt ingezet op het gebruik van groen opgewekte lokale stroom, zoals uit zonnepanelen. Ook kan op de slimme laadpleinen de stroom zo worden verdeeld dat de auto’s die dat het meest nodig hebben als eerste worden opgeladen. Daarnaast is op een aantal projecten een batterijpakket, verwerkt in straatmeubilair, dat kan worden ingezet om te laden bij piekvraag. En met de vehicle-to-grid-techniek (V2G) kunnen daarvoor geschikte, ingeplugde auto’s die meedoen aan de experimenten in de Proeftuin gebruikt worden om stroom terug te leveren aan het net. Deze technieken samen vormen een belangrijke oplossing in de uitdagingen die de energietransitie met zich meebrengt.
De eerste resultaten uit het onderzoek laten zien dat de laadpleinen goed werken. Het bundelen van laadpunten op een plein geeft meer laadzekerheid voor automobilisten. Ook wordt de ruimte op laadpleinen efficiënter gebruikt en is er meer ruimte voor innovatie, doordat laadpleinen bijvoorbeeld goed te combineren zijn met batterijen of zonnedaken. Deze en de andere lessen die zijn getrokken uit de realisatie van de slimme laadpleinen, opgesteld door het Nationaal Kennisplatform Laadinfrastructuur (NKL) samen met kennis- en innovatiecentrum ElaadNL en projectbureau Over Morgen, werden overhandigd aan staatssecretaris Van Weyenberg (Infrastructuur en Waterstaat) tijdens een seminar. De lessen zijn hier te downloaden.
Relatief nieuw verschijnsel
Slimme laadpleinen zijn een goede oplossing voor de opschaling van de laadvraag. Zeker nu de komende jaren steeds meer energie opgewekt wordt uit duurzame-energiebronnen, zoals zon en wind. Ze bieden kansen voor zowel de automobilist, die sneller meer laadplekken heeft, als voor het stroomnet, dat door de slimme aansturing optimaal benut kan worden. En dit is nodig, want in 2030 moeten worden tegemoetgekomen aan een forse laadvraag: dan rijden er naar schatting 1,9 miljoen elektrische auto’s rond die gebruik moeten maken van het laadnetwerk.
Slimme laadpleinen zijn een relatief nieuw verschijnsel. Nederland experimenteert er als een van de eerste landen mee. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat trekt 5 miljoen euro uit voor deze experimenten.
Eind 2023 wordt de Proeftuin opgeleverd: dan zijn alle onderzoeken op de gerealiseerde laadpleinen gereed. De Proeftuin is onderdeel van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL), gesubsidieerd door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, ondersteund door het Nationaal Kennisplatform Laadinfrastructuur (NKL), het kennis- en innovatiecentrum van de netbeheerders ElaadNL en projectbureau Over Morgen.