ING: consumenten afwachtend met elektrische auto door dreiging hogere belasting
Het herstel van de Nederlandse autoverkoop zet na een inhaalslag niet door in 2024. Het totaal aantal nieuwe registraties blijft komend jaar steken op 370.000, wat minder is dan voor de coronapandemie. Dat meldt het economisch bureau van ING.
Elektrificatie
Het is volgens de economen opnieuw een teken dat de vernieuwing van het Nederlandse wagenpark traag verloopt. Bedrijven voelen weliswaar een toenemende vergroeningsdruk en zijn bezig met de elektrificatie van hun wagenpark, maar particulieren wachten af.
ING Resarch stelt dat dit komt doordat er nog onvoldoende betaalbare modellen voor de middenklasse zijn, maar ook door grotere afhankelijkheid van publieke laadmogelijkheden en de onzekerheid over de motorrijtuigenbelasting na 2025.
Geen verkoopgolf
De groei van elektrisch rijden is volgens de analisten afhankelijk van stimulerend beleid, ook al kan een elektrische auto afhankelijk van het model, de kilometers en de laadlocatie al goedkoper zijn dan een benzineauto.
Veel particulieren hebben een zetje nodig en de subsidie voor nieuw lijkt voor ‘modale’ particuliere autorijders niet voldoende om te kiezen voor een nieuwe elektrische auto. Het aanbod betaalbare (middenklasse-) auto’s in de kleinere segmenten laat nog te wensen over, wat bijgedragen heeft aan het groeiende marktaandeel van Chinese merken; van 5 naar 9 procent in 2023.
‘Naast de twijfel over kosten en de timing van de overstap, rijdt een dreigende hogere motorrijtuigenbelasting de overstap voor elektrisch in 2024 in de wielen’, aldus sectoreconoom Rico Luman. ‘Nu geldt er nog een vrijstelling, maar zonder wijziging zijn autorijders door het hogere gewicht van elektrische auto’s na 2025 meer kwijt aan belastingen dan bij benzineauto’s.’
Zakelijke vraag
Aan de zakelijke kant is er wel extra vraag naar nieuwe elektrische auto’s te verwachten in 2024. Vooral grotere bedrijven voelen toenemende druk om hun wagenpark te vergroenen nu CO2-emissies ook gerapporteerd moeten worden. Hun medewerkers zullen daarin mee moeten gaan. Dit zorgt ervoor dat het aandeel volledig elektrisch toch op zo’n 32 procent uitkomt. Nederland loopt nog wel ruim voor op het Europees gemiddelde Europa van 15 procent, maar heeft Zweden, Denemarken en Finland voorbij laten gaan.
Luman besluit: ‘Het kostenvoordeel van elektrische auto’s hangt voor een groot deel samen met de mogelijkheid om thuis, of op het werk, voordelig te laden. Autorijders die dat kunnen hebben vaak ook een extra voordeel omdat thuisladen vaak wordt gecombineerd met zonnepanelen of het benutten van dynamische stroomprijzen. Aspirant elektrisch rijders die bijvoorbeeld in rij- of bovenwoningen wonen, hebben die optie niet en dat maakt het overhalen van deze groep uitdagender. Dat draagt op dit moment ook bij aan vertraging van de overstap naar elektrisch bij particulieren.’