©NAL

Betere informatie-uitwisseling moet slim laden elektrische auto’s toegankelijker maken

Nieuws|Laatste update:

13 partijen hebben tijdens het Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL)-evenement in Ede afgesproken om intensiever te gaan samenwerken aan datadeling rond het slim laden van elektrische auto’s. Zo krijgt de gebruiker meer grip op zijn laadsessie.

Inzicht beperkt
Slim laden is in opkomst in Nederland en wordt inmiddels op steeds meer plekken toegepast – thuis, op straat en bij bedrijven. Het principe is simpel: de laadsnelheid wordt aangepast op basis van variabelen zoals het aanbod van wind- en zonne-energie, de stroomprijs of de belasting van het elektriciteitsnet. Hierdoor kan goedkoper worden geladen, wordt eigen stroom van zonnepanelen beter benut en wordt netcongestie voorkomen. Toch blijft het voor de automobilist vaak onduidelijk wat er precies gebeurt tijdens zo’n laadsessie.

Die onduidelijkheid wordt vooral veroorzaakt door gebrekkige informatievoorziening. Automobilisten weten niet welke invloed slim laden heeft op hun laadtijd of energieverbruik, en kunnen daar vaak ook niets aan sturen. Om die situatie te verbeteren, hebben partijen die laadpalen beheren en serviceproviders die apps, laadpassen en abonnementen aanbieden, de handen ineengeslagen.

Slimme inzichten
Onder meer Vattenfall InCharge, Eneco eMobility, ANWB, Park&Charge en TotalEnergies zetten hun handtekening onder de samenwerkingsafspraak. Ook roaming- en datapartijen zoals GreenFlux, EVRoaming Foundation en Tap Electric doen mee. Ze willen samen zorgen voor een soepelere en transparantere data-uitwisseling tussen alle schakels in de laadketen. Die samenwerking moet ertoe leiden dat automobilisten bijvoorbeeld kunnen zien hoeveel vermogen er beschikbaar is op een laadpaal en hoe lang het laden op dat moment zal duren.

Daarnaast wordt het mogelijk voor gebruikers om zelf aan te geven wanneer zij met maximale snelheid willen laden, bijvoorbeeld vlak voor vertrek. Dit verhoogt de controle en het gebruiksgemak van elektrisch rijden. In de toekomst zouden gebruikers zelfs hun geplande vertrektijd of batterijniveau kunnen delen met het systeem, zodat nog slimmer en gerichter geladen wordt.

Collectieve aanpak 
Volgens Lennart Verheijen, die zich namens het programma Slim Laden voor Iedereen bezighoudt met deze ontwikkeling, vormt de afspraak in Ede een belangrijke doorbraak. ‘Tot nu toe wachtten veel bedrijven op elkaar met het implementeren van slimme laadinzichten. Bovendien ontbreken sommige technische standaarden nog. Met deze afspraak zetten we een collectieve stap die die impasse doorbreekt’, aldus Verheijen.

De samenwerking moet de opschaling van slim laden versnellen en tegelijkertijd bijdragen aan een stabieler energienet. In een tijd waarin piekbelasting en netcongestie toenemen, wordt dat steeds belangrijker. Door datastromen beter te koppelen en informatiedeling te verbeteren, kunnen laadsystemen slimmer reageren op de actuele netcapaciteit.

2025-doel: meer dan 60 procent slim laden
De Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) heeft als ambitie dat tegen eind 2025 meer dan 60 procent van alle laadsessies van elektrische personenauto’s en bestelwagens slim verloopt. Niet alleen in het publieke domein, maar ook bij bedrijven en thuis. Slim laden moet helpen om pieken in het stroomverbruik te dempen, kosten te besparen voor de gebruiker en duurzame energie optimaal te benutten.

Het actieprogramma Slim Laden voor Iedereen speelt hierin een coördinerende rol. Door partijen te verbinden en obstakels te inventariseren, wordt stap voor stap toegewerkt naar een breed toepasbare, gebruiksvriendelijke slimme laadinfrastructuur. Met de samenwerkingsafspraak van vandaag lijkt een stevige basis gelegd voor de volgende fase van deze energietransitie.

‹ Naar overzicht