
Niet praten, maar doen: op weg naar 1,5 miljoen laadpalen
Iedereen wil een laadpaal binnen handbereik. Maar wie legt ’m aan? In de jaren tot 2030 moeten er in Nederland ruim 1,5 miljoen laadpunten staan. Een gigantische opgave, die vraagt om duizenden extra technici en slimme innovaties. Daarom sloegen in 2022 meer dan 20 organisaties de handen ineen. Zij ondertekenden het convenant van de ‘Human Capital Agenda Laadinfrastructuur’. Er staan inmiddels al zo’n 800.000 laadpunten, dus we zijn al bijna op de helft. En hoe nu verder?
Agenda
De Human Capital Agenda (HCA) is een samenwerking tussen publieke en private partijen met één duidelijk doel: zorgen dat er genoeg mensen zijn om de energietransitie mogelijk te maken. Het gaat dan niet alleen om ‘meer mensen’, maar ook om ‘sneller en slimmer organiseren’, ‘beter opleiden’ en ‘technisch vernieuwen’. Voor de laadinfrastructuur, een snelgroeiende markt met stevige doelen, werd in 2022 een aparte Human Capital Agenda opgetuigd. Themahouder Naïma Kassem is sinds begin 2023 het aanspreekpunt. Ze werkt vanuit het programma Mensen Maken de Transitie (MMT) en brengt partijen als netbeheerders, installateurs, opleiders, kennisinstellingen en overheden bij elkaar.
Succesvolle aanpak
De basis voor dit initiatief werd al eerder gelegd. Vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werd gewerkt aan Human Capital Agenda’s in de bouw en verduurzaming. Die aanpak is als inspiratie gebruikt voor de laadinfrastructuur, met steun vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W). De rol van het ministerie is in dit geheel bewust ondersteunend. Richard Hovinga, beleidsmedewerker bij I&W, noemt het een typische ‘aanjaagrol’. ‘We hebben het initiatief van de grond gekregen door het tijdelijk onder te brengen bij het al succesvolle MMT-programma van Binnenlandse Zaken. Dat gaf ons de ruimte om snel te starten, zonder onnodige rompslomp,’ legt Hovinga uit.
Betrokkenheid
Het ministerie bepaalt dus niet de inhoud, maar maakt het mogelijk dat de betrokken partijen/experts aan de slag kunnen. ‘Wij zijn geen uitvoerders,’ zegt Hovinga. ‘We zorgen met onze steun aan dit initiatief dat er goede mensen op de juiste plek met elkaar in contact komen, dat er financiering is voor de start en dat obstakels worden weggenomen.’ Zodra een initiatief loopt, zoals de HCA inmiddels doet, trekken wij ons weer iets verder terug. ‘We blijven betrokken via updates en gesprekken, maar we geven ook het vertrouwen om zelf door te groeien. Zo zien wij onze rol in de energietransitie: ruimte geven, verbinden en zo versnellen.’
Kassem: ‘De energietransitie is een onderwerp dat iedereen en alles raakt. Je portemonnee, hoe je woont, hoe je je verplaatst. Dan wil ik ook bijdragen aan oplossingen die werken. Niet alleen beleidsmatig, maar juist concreet.’
Van ambitie naar actie
Kassem bracht de betrokken partijen aan tafel en maakte een concrete agenda langs drie sporen om de aanleg van laadpunten te versnellen: betere ketensamenwerking, technische innovaties en het opleiden van meer technici. ‘Het klinkt misschien eenvoudig, maar er komt veel bij kijken. Alleen al het plannen, plaatsen en aansluiten van een laadpaal kon vroeger weken duren. Als je dan ziet wat we nu bereikt hebben, dan ben ik daar oprecht trots op.’ Op het gebied van ketensamenwerking werd een grote slag geslagen. Waar voorheen verschillende partijen verantwoordelijk waren voor bovengrondse en ondergrondse aansluitingen, kan dat werk nu in één arbeidsgang uitgevoerd worden door één aannemer. ‘Dat voorkomt afstemmingsoverleggen, dubbele werkbezoeken en onnodige wachttijd. En dat scheelt niet alleen tijd en geld, maar ook schaarse capaciteit.’
Innovatie
Ook op technisch gebied zijn er successen geboekt. De netbeheerders en ElaadNL ontwikkelden samen een compacte aansluitmodule (CAM), die het aansluiten van een laadpaal terugbrengt van dertig naar negen minuten. ‘Dat klinkt als een detail, maar als je dat keer anderhalf miljoen doet, spreek je over enorme tijdswinst,’ aldus Kassem. ‘De innovatie is inmiddels zo succesvol dat het door ontwikkeld is voor een module voor openbare verlichting en huisaansluitkasten.’
Technici
Het derde spoor, meer technici, vraagt om een andere aanpak: opleiden, omscholen en versnellen. Daarom is in het kader van de derde leerweg (Leven Lang Ontwikkelen) een verkorte mbo-opleiding ‘Monteur Aansluitingen’ met een keuzedeel Elektrisch Vervoer (EV) ontwikkeld. Samen met ROC Technova College en kennis‑ & innovatiecentrum ElaadNL is dit keuzedeel goedgekeurd door SBB, waardoor alle Regionale Opleidingscentra (ROC’s) in Nederland het kunnen aanbieden. De reguliere opleiding van 24 maanden is nu teruggebracht naar negen maanden. Zo leiden we technisch geschoolde zij-instromers en doorstromers snel en gericht op voor het monteren van laadpalen, een vak met toekomst en maatschappelijke impact. ‘De eerste cursussen lopen nu, maar opschalen blijft werk in uitvoering. Omdat opdrachten voortdurend fluctueren, blijven we werken aan een stabielere opdrachtstroom zodat we vol gas in talent kunnen investeren’, legt Kassem uit. Daarnaast pakken we de randvoorwaarden aan: we inventariseren het tekort aan praktijkruimtes en werken aan plannen voor complete oefenopstellingen. Ook investeren we in gerichte bijscholing voor docenten, zodat zij straks elke cursist met de meest actuele vakkennis opleiden. De theoretische inhoud van de opleiding staat al klaar, maar voor de docententraining werken we nog uit wat er precies nodig is. En niet alleen leerlingen moeten leren, ook docenten hebben daarvoor bijscholing nodig.
Breed vertrouwen
De rol van het ministerie blijft faciliterend. Hovinga: ‘We zijn een kleine beleidskern. We kunnen en willen niet overal zelf bovenop zitten. Maar we helpen wel om goede initiatieven op gang te brengen, zodat die daarna zelfstandig verder kunnen. Zo zien wij onze taak: ruimte maken voor versnelling.’ Volgens Hovinga bewijst dit project zich in de praktijk. ‘We hebben met relatief weinig middelen een beweging op gang gebracht die nu echt verschil maakt.’ Dat duurzaamheid hem persoonlijk ook raakt blijkt uit het feit dat hij zich naast z’n werktijd ook hardmaakt voor duurzame thema’s: ‘We gaan als samenleving slecht om met de natuur én met elkaar. Dan kun je toekijken, of je werkt mee aan de oplossing. Ik kies voor dat laatste, ook als burger en vrijwilliger.’ Zelf maakte hij een persoonlijke overstap van IT naar duurzaamheid. Mede door zorgen over de toekomst voor zijn kinderen, maar ook uit betrokkenheid bij bredere maatschappelijke thema’s. ‘Duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid, hoe we omgaan met elkaar. Het hangt allemaal samen. Je moet ergens beginnen.’ Naast zijn werk richtte Hovinga een initiatief voor elektrische deelauto’s op in zijn buurt. ‘Het begon met vier elektrische deelauto’s. Inmiddels rijden er zes en doen er zo’n tachtig gezinnen mee.’
Hoe verder
Kassem werkt inmiddels aan de volgende fase. Ze wil bestaande innovaties breder uitrollen, opleidingen verder flexibiliseren en het werkproces nog slimmer organiseren. ‘We kijken met partijen naar de hele keten, van aanvragers, netbeheerder tot installateur, waar knelpunten zitten. Waar wachten we op elkaar? Waar kunnen we afstemmen, combineren of versnellen? Het gaat dus niet alleen om méér mensen, maar vooral om betere samenwerking.’ Tegelijkertijd blijft ook de instroom van nieuwe mensen belangrijk. ‘Het vak van laadpaalmonteur moet net zo vanzelfsprekend worden als elektricien, bouwvakker of loodgieter,’ zegt Kassem. Ze werkt daarom samen met scholen, bedrijven en overheden om het werk bekender en aantrekkelijker te maken. ‘Er ligt zoveel potentieel in mensen die nu net buiten de sector vallen, maar wél graag praktisch aan de slag willen.’
Om jongeren te inspireren werd vorig jaar een 24-uurs hackathon georganiseerd, mede geïnitieerd door ElaadNL en MMT en andere partners. Studenten, netbeheerders en bedrijven werkten samen aan innovatieve ideeën rond de drie hoofdthema’s. Niet alle ideeën haalden direct de eindstreep, maar het leverde nieuwe samenwerkingen, stages en frisse blikken op. ‘We laten zien wat er kan, en we planten zaadjes,’ aldus Kassem. Ook Hovinga blijft het project volgen, zij het op afstand. ‘We houden vinger aan de pols via voortgangsgesprekken, rapportages en af en toe een webinar. Maar het vertrouwen is groot. Wat mij betreft laat dit zien hoe belangrijk het is om met elkaar te durven beginnen. Als je blijft hangen in wat er nog niet is, gebeurt er niets. Maar als je het slim aanpakt, en de juiste mensen aan tafel zet, dan krijg je dit soort mooie resultaten.’