
Eerste laadplein voor bouwplaats maakt duurzame bouw viaduct mogelijk
Op de Maasvlakte bouwt BAM Infra Nederland samen met het Havenbedrijf Rotterdam een viaduct met minimale CO₂-uitstoot. Een speciaal laadplein voor elektrisch materieel en duurzamer beton zijn de sleutels tot succes.
Innovatief laden
Het project Prinses Alexiaviaduct onderscheidt zich door een primeur: een eigen laadplein speciaal ingericht voor deze bouwplaats. Dit is de eerste keer dat in de Rotterdamse haven een laadvoorziening is aangelegd voor 1 specifiek bouwproject. Elektrische vrachtwagens en ander materieel kunnen hier opladen tussen werkzaamheden door.
‘Dankzij dit laadplein kunnen onze elektrische vrachtwagens de hele dag blijven draaien. Dat is niet alleen efficiënter, maar ook stukken duurzamer,’ vertelt Reinier Mieris, projectmanager bij BAM Infra Nederland.
Inmiddels is zelfs een tweede laadvoorziening ingericht, dichter bij het viaduct, voor materieel dat zich minder makkelijk verplaatst, zoals rupsvoertuigen.
Snelle realisatie
Het laadplein kwam tot stand door nauwe samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam. Ronald van den Berg, Port Engineer bij Havenbedrijf Rotterdam licht toe: ‘Lang geleden zijn we al met Stedin in overleg getreden met plannen voor dit laadplein. In hun plan voor een nieuw 66 kilovolt-station hebben we gezamenlijk een 23 kilovolt-tracé bepaald waarin we rekening hielden met de locatie van ons toekomstige bouwterrein.’
Door deze vooruitziende blik lag de kabel al klaar voor het hek, waardoor het aansluitpunt snel kon worden gerealiseerd. Zonder deze voorbereiding had het project 2 jaar moeten wachten op stroomvoorziening voor het laadplein.
Elektrisch materieel
De bouwplaats zet maximaal in op elektrisch materieel om uitstoot tijdens de uitvoering te verlagen. Dit omvat kranen, walsen, asfaltsets en vrachtwagens. Waar elektrificatie nog niet mogelijk is, wordt HVO100-brandstof gebruikt, een dieselvervanger die tot 90 procent CO₂ bespaart vergeleken met gewone diesel.
Het project monitort nauwkeurig hoeveel uitstoot wordt bespaard. Er wordt gemeten hoeveel uur elke machine draait, wat het verbruik is en welke CO₂-reductie wordt behaald.