Nederland exporteert fors meer fietsen naar het buitenland, aandeel e-bikes 50 procent
Nederland verdient fors meer aan de uitvoer van fietsen aan het buitenland. In zeven jaar tijd is deze markt meer dan verdubbeld. De totale exportwaarde van de sector groeide door van 1,1 miljard euro in 2015 naar 2,37 miljard euro in 2022. Het exportaandeel e-bikes bedraagt 56 procent.
Verdienpotentieel
Dat alles blijkt uit het nieuwe rapport ‘Internationaal verdienpotentieel Nederlandse fietsensector’ opgesteld door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De fietsen worden voornamelijk geëxporteerd naar de Europese Unie (EU). In totaal is er in Nederland 3,24 miljard euro aan fietsen geproduceerd in 2022. De toegevoegde waarde kwam uit op 1,22 miljard euro.
Opvallend is het grote aandeel van e-bikes, die goed waren voor 56 procent van de markt en bijna 80 procent van de totale omzet, wat neerkomt op 1,17 miljard euro. De gemiddelde prijs van een nieuwe fiets steeg in 2023 met 24 procent naar 1.815 euro, met een nog sterkere stijging voor e-bikes naar een gemiddelde prijs van 2.574 euro.
Sterke uitgangspositie
Eerst zorgde een toename van de vraag naar fietsen door COVID-19 voor extra groei van de fietsensector. Na een kleine terugval in de groei de afgelopen jaren door eerst leveringsproblemen en daaropvolgende overschotten in de markt lijkt de sector de positieve trend dankzij de sterke uitgangspositie weer op te pakken.
Naast fysieke producten zoals fietsen, is fietsinfrastructuur en ook kennis een exportproduct van de Nederlandse fietsensector. Zo zijn er verschillende projecten die kennis van Nederlandse bodem exporteren naar andere EU-landen. Die kennisoverdracht is weer een goede voedingsbodem om de Nederlandse fiets in het buitenland te introduceren.