
Nieuwe maatregelen kabinet om elektrisch rijden te stimuleren
Het kabinet heeft een aantal maatregelen aangekondigd die elektrisch rijden moeten bevorderen. Deze fiscale ingrepen geven invulling aan moties uit de Tweede Kamer om emissievrij vervoer financieel aantrekkelijker te maken dan fossiele alternatieven.
Fiscale normering zakelijke leasemarkt
Vanaf 2027 worden werkgevers die fossiele autos voor privégebruik ter beschikking stellen aan werknemers, geconfronteerd met een pseudo-eindheffing van 52 procent over de bijtellingsgrondslag. Deze belastingmaatregel heeft als doel dat alle autos die vanaf dat moment door werkgevers voor zowel zakelijk als privégebruik worden aangeboden, volledig emissievrij zijn.
Werkgevers behouden de vrijheid om alsnog voor fossiele voertuigen te kiezen, maar hieraan zijn aanzienlijke financiële consequenties verbonden. De regeling geldt niet voor zzp’ers met een eenmanszaak en bestelautos buiten de bijtellingsregeling. Minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat verwacht dat de fiscale normering van de zakelijke leasemarkt tot ongeveer 0,3 megaton extra CO2-reductie in 2030 zal leiden.
Hogere korting motorrijtuigenbelasting
Eigenaren van elektrische voertuigen krijgen een extra korting in de motorrijtuigenbelasting. Terwijl deze korting op Prinsjesdag nog werd verlaagd van 40 naar 25 procent, wordt deze nu voor de periode 2026-2028 verhoogd naar 30 procent. In 2029 zal de korting weer 25 procent bedragen.
Deze maatregel zorgt ervoor dat grotere elektrische en fossiele voertuigen (categorie D en E) vrijwel gelijk worden belast. Voor kleinere en middelgrote voertuigen (categorie A tot en met C) worden de belastingverschillen verkleind, al zullen kleine elektrische voertuigen iets meer motorrijtuigenbelasting gaan betalen.
Bijzondere voertuigen
De derde maatregel richt zich op bijzondere voertuigcategorieën zoals elektrische kampeerautos, rolstoelvoertuigen en motorfietsen. Tot 1 januari 2025 golden voor deze voertuigen dezelfde vrijstellingen in de belasting van personenautos en motorrijwielen (bpm) als voor reguliere emissievrije autos.
Nu deze vrijstelling is vervallen, betalen emissievrije bijzondere voertuigen 37,7 procent van de catalogusprijs aan bpm, terwijl elektrische personenautos slechts 667 euro betalen. Het kabinet besluit om deze vaste voet van 667 euro ook voor emissievrije bijzondere personenautos te laten gelden. Voor emissievrije motorfietsen wordt een aparte vaste voet van 200 euro ingevoerd.
Investeringen in Laadinfrastructuur
Naast de fiscale maatregelen investeert het kabinet ook in laadinfrastructuur. Vanuit het Klimaatfonds gaat geld naar netaansluitingen voor elektrische laadvoorzieningen voor de Friese Waddenveren en naar het Stopcontact op Land-project.
Voor dit laatste project is 65,5 miljoen euro beschikbaar, waarmee de eerste circa 15 van in totaal 230 verzorgingsplaatsen langs snelwegen van een toekomstbestendige netaansluiting kunnen worden voorzien. Voor de elektrificatie van de Friese Waddenveren heeft het kabinet 50 miljoen euro vrijgemaakt.
Toekomstige hervorming autobelastingen
Het kabinet kondigt tot slot aan de komende weken met belanghebbenden en medeoverheden in gesprek te gaan over een bredere hervorming van de autobelastingen. Mogelijke veranderingen zijn het wijzigen van de grondslag van de motorrijtuigenbelasting van gewicht naar voertuigoppervlak en het invoeren van een tenaamstellingsbelasting voor elektrische autos.
Voor het zomerreces zal het kabinet een contourenbrief met nadere uitwerking van deze plannen presenteren. Minister Hermans benadrukt dat de maatregelen onderdeel zijn van de extra stappen die nodig zijn om het Nederlandse klimaatdoel van 55 procent CO2-reductie weer binnen bereik te krijgen.