Column Jan Wouters (AutomotiveNL) | Waterstofhype?
De komende jaren zullen we veel meer van de brandstofcelauto (FCEV) gaan horen. En dat lijkt in eerste instantie vreemd, omdat vergeleken met de beschikbare batterij-elektrische auto’s (BEV’s), FCEV’s meer nadelen, dan voordelen kennen. De lage efficiency van de brandstofcel en het ontbreken van een goede infrastructuur gekoppeld aan de hoge aanschafprijzen helpen de FCEV niet echt. Bovendien kan met een tientje per kilo waterstof de hoge aanschaf ook niet teruggewonnen worden met het maken van veel kilometers, in tegensteling tot wat met de Tesla, Nissan Leaf en met een beetje enthousiasme misschien ook wel de Outlander PHEV wel kan. Tevens zijn de voorspellingen over accuprijsdalingen de BEV-fans gunstig gezind. Vanwaar dan toch die aandacht voor de FCEV?
Technologie is zelden leidend bij transities. Strategieën van autofabrikanten, het benutten van geïnvesteerde engineering-kennis, toekomstige winstverwachtingen, pad afhankelijkheid en wetgeving spelen allen een belangrijke rol.
Frappant is dat juist het achterland van Tesla, zijnde Californië met nog 17 Amerikaanse staten de brandstofcelauto verder helpt. Fabrikanten van zero emission vehicles (ZEV’s) verkopen ZEV-credits aan fabrikanten die met hun vloot gemiddeld teveel CO2 uitstoten. Per BEV worden er 3 tot 4 credits verkocht. Omdat actieradius en ‘laadtijd’ een grote invloed hebben op het aantal credits is dit systeem gunstig voor de brandstofcel; per FCEV met 500 km actieradius en een laadtijd van enkele minuten worden negen credits vergeven (zo’n 35.000 US Dollar).
Uiterst interessant is dit voor Honda, Hyundai en Toyota, omdat zij t/m 2017 al een aantal FCEV’s afzetten. De Hyundai Tucson kan geleasd worden voor 499 dollar per maand voor drie jaar inclusief gratis tanken en Toyota heeft inmiddels 300 Mirai’s verkocht in Californië. Kon je met een beetje fantasie nog zeggen dat Hyundai een FCEV op de markt zet om zich te profileren als innovatieve autofabrikant; het feit dat zij aangeeft tijdens de Olympische spelen in 2018 alleen FCEV- bussen in te willen zetten voor de spelen is toch wel erg hoopgevend voor de waterstof-fans, waarvan er overigens nog niet zoveel zijn. Wellicht wel in Japan, want daar krijgt de hardwerkende Japanner meer dan 20.000 dollar subsidie op de Toyota Mirai. En in Nederland blijft de bijtelling voor de FCEV ook in 2019 over de gehele aankoopprijs op 4% staan (de Mirai krijgt geen Tesla-taks). Maar of dat veel zal helpen, valt nog te bezien.
Jan Wouters (AutomotiveNL)