Veiligheid
Nu het aantal elektrische voertuigen op de Nederlandse wegen in de afgelopen jaren snel is toegenomen, is ook de vraag gerezen over hoe veilig elektrische voertuigen zijn. Hoe veilig is elektrisch rijden? Kunnen de batterijen ontploffen, of levert het zware accupakket extra gevaren voor inzittenden en hoe zit het met elektromagnetische straling? De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) heeft samen met TNO in een factsheet de belangrijkste antwoorden geformuleerd.
Voertuigveiligheid
Alle nieuwe automodellen zijn wettelijk verplicht – vastgelegd in de Wegenverkeerswet 1994 – om bepaalde veiligheidstesten te ondergaan voordat ze verkocht mogen worden. De wetgeving stelt hiervoor een wettelijke minimumnorm van veiligheid voor nieuwe auto s. De meeste nieuwe productiemodellen worden aanvullend onderworpen aan de botsproeven van EuroNCAP, een gezamenlijk initiatief van de Europese consumentenorganisaties. In deze botsproeven behalen hybride en elektrische auto s met 4 en 5 sterren vergelijkbaar goede resultaten als gewone benzine- en dieselauto's en zijn daarmee net zo veilig. De consument mag dus van zijn elektrische voertuig dezelfde hoge veiligheidsstandaard verwachten.
Veiligheid twee- en driewielers
Ook de veiligheid van elektrische tweewielers is een punt van aandacht. Voor deze categorie is er geen wet- en regelgeving om de veiligheid van de gebruiker, maar ook de omgeving te kunnen garanderen als het gaat om de elektrische componenten. Dat maakt het moeilijk om potentieel onveilige voertuigen te weren van de Nederlandse weg. Een nieuwe kaderrichtlijn voor twee- en driewielige voertuigen is in ontwikkeling, maar zal pas over ongeveer drie jaar van kracht worden. De branchevereniging Dutch Organisation for Electric Transport (DOET) en zes Nederlandse elektrische scooterfabrikanten hebben voor de tussenliggende periode op basis van criteria opgesteld door TNO een eigen keurmerk in het leven geroepen.
(Afwezigheid van) Geluid
Bij snelheden tot zo’n 20 kilometer per uur maakt een elektrische auto vrijwel geen geluid. Daarboven overheerst het bandengeluid. Het vrijwel ontbreken van geluid kan lastig zijn voor fietsers en voetgangers. Het eventueel toevoegen van geluid is daarom onderwerp van studie in Genève en Brussel. Inmiddels is er een Europese conceptverordening opgesteld die onder andere nadere eisen stelt aan het geluidsniveau van elektrische voertuigen bij lage snelheid. Elektrische voertuigen mogen dan ook zijn voorzien van een akoestisch voertuigwaarschuwingssysteem dat werkt tot het voertuig een snelheid van 25 kilometer per uur heeft bereikt.
Incident management
Naarmate het aantal elektrische voertuigen op de weg toeneemt, neemt de kans toe dat elektrische auto s bij ongevallen betrokken raken. Bij ongevallen op de snelweg is het zaak om middels incident management de hulpdiensten efficiënt en snel in te zetten, om gevaar te minimaliseren en het verkeer zo snel mogelijk weer op gang te krijgen. Bij een ongeval bestaat bij elektrische voertuigen het gevaar dat delen onder stroom staan of dat er door kortsluiting brand ontstaat, al is de kans daarop door veiligheidsvoorzieningen en constructie zeer klein. De procedure voor het benaderen en omgaan met bij een ongeval betrokken elektrische voertuigen is daarom belangrijk. Voor elektrische voertuigen is door een bijlage toegevoegd aan de ‘richtlijn Veiligheidsmaatregelen’ met een richtlijn voor incident management bij elektrische voertuigen.
Onderhoud en veiligheid
Een elektromotor heeft minder bewegende delen dan een benzine- of dieselmotor en heeft daardoor minder onderhoud nodig. Verder werken de batterijpakketten van elektrische auto s met een hogere spanning van 300–600 Volt. De Arbowet vereist dat voor elektrotechnische werkzaamheden boven de 24 volt wordt voldaan aan de norm NEN 3140. Speciaal voor de automobielbranche is daartoe de NEN 9140 ontwikkeld die is afgeleid van de NEN 3140. De NEN 9140 geeft specifieke eisen voor het veilig werken aan elektrische voertuigen. Daarnaast verzorgen diverse instellingen trainingen Veilig werken aan elektrische & hybride voertuigen. Voor hulpdiensten zoals brandweer en voor steekproefcontroleurs en andere technisch medewerkers van de RDW zijn vergelijkbare opleidingen ontwikkeld.
Brandveiligheid
Fabrikanten van elektrische en hybride elektrische voertuigen besteden veel aandacht aan de brandveiligheid van hun voertuigen en ze testen deze daar vóór productie uitvoerig op. Ook na productie bewaken ze dat zorgvuldig. Autofabrikanten en -importeurs hebben gedetailleerd uitgewerkte protocollen klaarliggen voor een eventueel incident met hun elektrische auto, ook bij brand.
Veiligheid bij te water geraking
De risico s van elektrische voertuigen die volledig onder water gedompeld zijn, zijn vrij goed bekend. Zo blijkt uit Amerikaans onderzoek dat het risico op elektrocutie nihil is. Er is een kleine kans dat zich door elektrolyse waterstof- en zuurstofgas in het voertuig ophopen. Daarom dienen bij verwijdering uit het water de deuren van het voertuig te worden geopend of de ruiten te worden ingetikt.
Veiligheid laadinfrastructuur
Omwille van de aanraakveiligheid en brandveiligheid is er in Nederland voor gekozen om alle openbare oplaadpunten uit te voeren als mode 3, type 2; de zogenaamde type 2 –aansluiting (zie ook de pagina ‘Techniek publieke laadpalen’). Dit is een aansluiting waar alleen spanning op komt te staan wanneer de laadkabel en elektrische auto op de juiste manier zijn aangesloten. Ook de volgorde van verplichte handelingen bij het laden maakt het laden brand en aanraakveilig. Zo moet eerst de kabel op de auto worden aangesloten, dan op het oplaadpunt en het communicatieprotocol zorg er voor dat de verbinding gecontroleerd wordt. Pas als de stekker in de oplaadpaal is vergrendeld komt er spanning op de uitgang (of loopt er stroom door de kabel) en begint het laden. Als tijdens het laden de stekker onverwacht toch uit de auto wordt getrokken zal het communicatie protocol dit detecteren en wordt de stroom onmiddellijk afgesloten en is de kabel veilig.
Naarmate meer elektrische auto's de straten bevolken, neemt de kans toe op ergernissen tussen elektrische en conventionele auto-eigenaren en tussen elektrische autobezitters onderling. In de onderstaande ludieke video doet de ANWB wat handreikingen om alle verstandhoudingen goed te houden.
Infopunt Veiligheid
Het Instituur Fysieke Veiligheid (IFC, het voormalige Infopunt Veiligheid) is verantwoordelijk voor informatie - inclusief specialistische data - over elektrisch rijden en veiligheid. Binnen het Formule E-Team is bovendien een werkgroep EV-Veiligheid geformeerd die onder meer de factsheet over veiligheid van elektrisch voertuigen heeft ontwikkeld. De volledige ‘Factsheet feitenmateriaal elektrische voertuigen en veiligheid’ is hier te raadplegen.